Alle weblogberichten

Nooit te oud om te leren

9 december 2024

Ingrid Kroonenberg is bijna 71, zit al ruim 50 jaar in het onderwijs en heeft daar zo ongeveer alle functies bekleed die er zijn. Uitgeleerd is ze nog lang niet. Drie jaar geleden maakte ze de stap van regulier onderwijs naar de A-stroom van IKC Focus. ‘Ik leer elke dag nog bij.’

Wat boeit jou al zo lang aan het onderwijs?
‘Ik ben leerkracht in hart en nieren. Mijn passie is om ervoor te zorgen dat kinderen zich fijn voelen en gezien. Ik hou ervan nieuwe dingen te leren en pak alles aan wat op mijn pad komt. In Amsterdam zou ik beginnen als parttime gymleerkracht, maar dat werd fulltime groep 3; op diezelfde school ben ik nog even directeur geweest en later in Haarlem nog adjunct. Heb die opleiding ook afgerond. Maar al dat geregel in een kantoor is niks voor mij. Ik wil reuring, kinderen om me heen. Dus ik ben weer voor de klas gegaan en daar altijd gebleven.’

Hoe ben je bij IKC Focus terechtgekomen?
’Ik ging nogal stilletjes met pensioen in coronatijd. Omdat er tekorten waren, kon ik blijven werken op de school waar ik in dienst was. Na een jaar was dat klaar. Maar ik wilde bezig blijven. Ik ken de directeur van IKC Focus en woon er zelf in de buurt. Dus ik heb gewoon aangebeld en gevraagd of ze nog iemand nodig hadden. Dat was het geval. Zo startte ik voor drie dagen in groep 7/8 van de A-stroom. (Voor kinderen met ASS, red.) Dat was heel uitdagend. Ik moest mezelf echt trainen: structuur aanbrengen, rust bewaren, niet te veel woorden. Maar het klikte, het pakte me helemaal. Het jaar daarop werd het groep 6 in de A-stroom en daar sta ik – naast een dag in een combi 5/6 – nu nog een dag in de week.
Ik denk wel eens: Had ik dit maar eerder gedaan. Mijn hart gaat echt uit naar deze kinderen. Ze hebben allemaal wat specifieks nodig, dat vraagt van mij vaak ook dat ik dingen anders aanpak dan ik gewend ben. Ik leer elke dag nog bij. Je maakt hier andere dingen mee met kinderen. Ze vinden veel spannend en reageren dan soms onvoorspelbaar. Ik had een leerling die zichzelf uit frustratie heel hard ging slaan. Daar ben ik naast gaan zitten, hield hem zo vast dat hij zichzelf geen pijn kon doen en wachtte gewoon af. Uiteindelijk werd hij kalm en kon hij weer meedoen. De andere leerlingen lieten hem, ze gingen iets voor zichzelf doen. Dat was zo bijzonder.’

Wat heb je zien veranderen in al die jaren?
‘Toen ik zelf 50 jaar geleden van de Pedagogische Academie kwam, had ik geleerd om alles frontaal klassikaal aan te pakken. Ik begon in toen nog de zesde klas en iedereen kreeg hetzelfde voorgeschoteld. Dus gaf ik keurig mijn rekenles, maar ik zag dat één jongetje er niks van snapte. Ik dacht, ik kan wel stug doorgaan, maar daar help je zo’n kind niet mee. Dus ging ik van alles aanpassen, uitzoeken, wat kan hij aan? Je kunt wel alles klassikaal doen, maar als het kwartje niet valt, moet je toch echt wat anders verzinnen. Dat had ik al snel in de gaten, zo heb ik altijd gewerkt.'

'Die dingen zijn in relatief korte tijd gelukkig veranderd. Er wordt nu op scholen veel meer gedacht vanuit onderwijsbehoeften. Je houdt rekening met verschillen tussen kinderen, je past je verwachtingen aan en spreekt ze duidelijk uit, maakt individuele afspraken waar nodig. Het vak is veel intensiever geworden, maar daardoor ook veel interessanter. Ik vind die veranderingen heel goed. Het leert je als leerkracht aan te voelen wat nodig is en daar je handelen op aan te passen. Iedereen heeft zijn kwaliteiten, daar moet je naar op zoek gaan, ook bij jezelf.’

Wat zou je als ‘oude rot in het vak’ aan startende leerkrachten willen meegeven?
‘Vraag hulp, relativeer en laat los. Als je net voor de klas staat en je loopt tegen dingen aan die je lastig vindt: Praat erover met je collega’s! Twee weten meer dan een. Zelfs als je soms denkt: ‘Ik kan er niks van, waar ben ik aan begonnen?’ Dat hoort erbij, je bent echt niet de enige. Er komt altijd weer een mooi moment, een nieuwe kans. Ik heb dat zelf altijd zo gedaan en ben in al die jaren nooit overspannen geraakt. Dat komt ook doordat ik werk en privé altijd goed gescheiden heb kunnen houden. Als ik de school uitloop, zorg ik dat alles is afgerond en klaarligt voor de volgende dag. Dan laat ik het los en is het tijd voor andere dingen.’